Bijna Kerstmis dus je ziet ze weer overal : Engelen.
Als afbeelding op een kaart, aan een haakje in de boom, en in kerstliedjes zweven ze met veel ‘glohohohoria’ door ’t luchtruim.
Soms verschijnen ze in levende lijve, vooral bij noodgevallen stapte er eentje even onze wereld in . Meestal incognito.
It’s not your time
Dat overkwam mij toen ik op m’n 20ste in Londen was. Net gearriveerd en nog suf van de overtocht op de nachtboot wilde ik de drukke Regentstreet oversteken en keek daarbij impulsief naar links. Maar een man trok me aan mijn schouder ruw naar achteren. Het volgende moment raasde een dubbeldekker van rechts voorbij.
“It’s not your time”, zei de meneer vrolijk. Voor ik ‘m kon bedanken was hij verdwenen.
Deze gebeurtenis bleef me altijd bij want behalve dat die man beslist mijn leven had gered zag hij er zo excentriek Brits uit – strak in pak met stropdas, bolhoed en paraplu. Eigenlijk precies zoals John Steed uit The Avengers ( destijds mijn favoriete TVserie). En dan met doordringende staalblauwe ogen en een opvallend vriendelijk gelaat; al associeerde ik dat aanvankelijk niet met iets engelachtigs.
Menselijke gedaante
Dat besef kwam pas vele jaren later, toen ik tot mijn verrassing vergelijkbare belevenissen ontdekte in een boek over engelen-ervaringen* . Ik leerde hieruit dat een engel zich meestal laat zien als menselijke gedaante, in een hoedanigheid die aansluit bij je referentiekader want dan accepteer je de hulp makkelijker.
Nou dat klopte in mijn geval zeker, want had er destijds in Regentstreet een oogverblindende gestalte met wapperende vleugels achter me gestaan (zoals in het kerstverhaal Gabriël aan de herders verschijnt), nou dan was ik van schrik juist de straat opgerend. Terwijl zo’n vriendelijk John Steed-figuur, ach, dat paste naadloos in mijn beeld van London.
* Een-engel-op-je-pad .
Geschreven door huisarts Hans Moolenburgh die 400 patiënten vroeg of ze weleens een engel hadden ontmoet en daarvan ruim 100 authentieke getuigenissen bundelde in dit boek.
Ik haalde het van de week weer eens uit de boekenkast. Eigenlijk wilde ik in één keer door het boek heen. Maar om één of andere reden lees ik steeds een klein stukje en alleen ’s avonds voor het slapen gaan. Het klinkt misschien raar , maar het voelt dan steeds alsof ik even een bemoedigende aai over mijn bol krijg.