In de vroeg-christelijke tijd werd Maria Magdalena nog heel gewoon beschouwd als de levensgezellin van Jezus, én als zijn gelijke en vertrouwelinge. Op deze afbeelding van het laatste avondmaal – te zien in de oude kathedraal van het Zuidfranse Foix – zit ze naast hem. De kruik met zalf op de voorgrond is één van haar kenmerken, Maria Magdalena stond bekend om haar vermogen tot genezen. Ook om haar inzicht, wijsheid en liefde.
Uit angst en machtsbelustheid verdraaide de kerk het oorspronkelijke verhaal en zette deze Maria weg als een zondares, waarmee voor eeuwen vrouwen hun kracht werd ontnomen. Met de heksenvervolging als dramatisch dieptepunt.
Eerherstel van het vrouwlijk bewustzijn.
Maar in onze huidige tijd keert Maria Magdalena terug op haar plek, geholpen door de vondst van de Nag Hammadi-geschriften.
De vrouwelijke kwaliteiten die zij vertegenwoordigt (zoals intuïtie, aanvoelen, ontvangen, oervertrouwen, creativiteit, verbinding,) krijgen steeds meer ruimte in de samenleving. Náást mannelijk aspecten (als logica, kijken, ondernemen, doelgerichtheid, feiten, differentiëren). Er vindt een verschuiving plaats naar het midden.
Want dáár gaat het natuurlijk om: het evenwicht tussen en de waardering van beide principes in jezelf (x/v/m).